Rotgevoelens door ziekte
Hoe weet je of je hulp nodig hebt?
De meeste kinderen lukt het na een tijdje hun ziekte een plek in hun leven te geven. Ze vinden een evenwicht: een nieuwe manier om om te gaan met hun lichaam, gevoelens en omgeving. De hulp en informatie die ze van hun dokter of (kinder)verpleegkundige krijgen is voor hen voldoende. Ze vinden soms ook steun bij kinderen die dezelfde ziekte hebben.
Maar soms lukt het niet om een manier te vinden om ziek te zijn en toch ook gelukkig. Dan blijf je boos of verdrietig of heel erg moe. Of jaloers, eenzaam, of gespannen.
Kinderen doen dan ook weleens net alsof ze niet ziek zijn. Dat lijkt dan een goed idee. Door de ziekte weg te denken, kunnen je je even ‘normaal’ voelen. Maar meestal zorg je dan niet goed voor jezelf. En daar kun je juist weer zieker van worden. Omdat je niet gezond eet. Of omdat je je medicijnen niet neem. Net doen of je niet ziek bent, is dus niet zo’n goed plan.
Beetje hulp
Kun je niet goed wennen aan het ziek zijn, en blijf je bang, boos, verdrietig of onzeker? Dan kun je misschien wel wat hulp gebruiken. Met de huisarts of je dokter in het ziekenhuis kun je over je gevoelens praten. Hij of zij kan met jou bepalen aan wie je hulp kunt vragen. Dat kan soms een familielid of kennis zijn, en soms een zorgverlener.
Meer hulp nodig
Als je klachten lang duren, of als je heel verdrietig en somber bent, heb je waarschijnlijk meer hulp nodig. Bijvoorbeeld wanneer je door je klachten niet meer naar school durft. De dokter wil dan graag weten wat er aan de hand is. Soms vraagt hij of zij je om een vragenlijst in te vullen. Zo'n vragenlijst helpt om je klachten te bespreken en te kijken welk soort hulp je nodig hebt. Na het onderzoek bepaal je met je dokter welke hulp voor jou het beste is. Het helpt als je van tevoren nadenkt en vertelt over wat je nodig hebt en wat je wil. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de 3 goede vragen.